Elektronen:

Een zonnepaneel bestaat uit een paneel waar fotovoltaïsche cellen in zijn gemonteerd. Een fotovoltaïsche cel,  ook wel PV-cel of zonnecel genoemd, is een cel die elektronen los stoot als er licht op valt. De regel is: hoe sterker dit licht, hoe meer elektronen er loskomen.
De elektronen kunnen maar in één richting door de zonnecel lopen. De beweging van alle losgemaakte elektronen samen is de elektrische stroom die door de zonnecel loopt.

Omvormer:

Een zonnepaneel levert gelijkstroom. Gelijkstroom is een elektrische stroom met een constante stroomrichting, zoals een batterij van je horloge. Een zonnepaneel wordt aangesloten op een omvormer om de gelijkstroom om te zetten in wisselstroom. Dit is dezelfde stroom die uit uw stopcontact komt. De energie kan dan meteen gebruikt worden door aangesloten apparaten in uw huis.
Tijdens de omzetting van de stroom is het belangrijk dat er zo min mogelijk energie verloren gaat. Met´het rendement´ wordt de energie bedoeld die je na de omzetting ook daadwerkelijk kunt gebruiken. Het is dus van belang om een omvormer met een hoog rendement in uw zonne-energiesysteem te gebruiken. De huidige omvormers werken met een rendement van ongeveer 97% voor kleine installaties, 97,8% voor middelgrote installaties en 98,1% voor grote installaties.